Vrijdagavond 9 februari komt bisschop Jan Hendriks naar Obdam om aan zeventien kinderen uit onze regio het sacrament van het heilig Vormsel toe te dienen. Hij legt de handen op bij alle vormelingen, een handeling die sinds de tijd van de apostelen het teken is van de gave van de heilige Geest: de Geest komt als een kracht in het leven van de vormelingen en beschermt hen. Hierna volgt de zalving met Chrisma. Dit is een symbool voor Gods Geest die in het hart van de vormeling doordringt. De bisschop tekent elke vormeling met het ‘zegel van de Geest’, vormgegeven als een kruisteken op het voorhoofd. Hierbij worden de volgende woorden uitgesproken: “…, ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods”.
Uit verhalen van oude mensen weet ik, dat het sacrament van het Vormsel vroeger ééns in de zoveel jaar in een parochie werd toegediend. Hele schoolklassen kwamen dan naar de kerk om gevormd te worden. Daar ging nauwelijks enige voorbereiding aan vooraf.
Ikzelf ben in 1972 gevormd en in die tijd ging de voorbereiding al zoals dat vandaag nog gaat. Ik kan me nog goed de liederen herinneren die we tijdens de vormselviering hebben gezongen. Het vormselproject heb ik bewaard. Toen ik naar het seminarie ging om priester te worden, moest vastgesteld worden dat ik gevormd was. Maar… er stond geen aantekening in het doopboek van de parochie Egmond aan den Hoef, waar ik vandaan kom. Ik was dan ook niet gevormd in die parochie, maar op het blindeninstituut waar ik destijds verbleef. Naarstig speurwerk van de pastoor leverde niets op. Niemand weet waar het archief gebleven is van het blindeninstituut waar ik het Vormsel heb ontvangen. Het enige ‘bewijs’ was de dikke map van het vormselproject, maar dat was uiteraard in braille. De pastoor wilde er gelukkig wel vanuit gaan dat ik destijds echt gevormd ben en daarmee het zegel van de heilige Geest heb ontvangen. Daarom schreef hij een vormbewijs uit, waarmee de deuren van het seminarie alsnog voor mij open gingen.
Pastor Bert Glorie