‘Loslaten is het nieuwe houvast.’
Een man uit Obdam las deze spreuk in de krant op de dag van zijn dood. Ja, hij las die ochtend de krant in de wetenschap dat hij die avond gestorven zou zijn. De dokter was besteld.
“Dit wordt mijn spreuk,” zei hij tegen zijn vrouw.
Loslaten, dat moest hij, zoals iedereen die sterft. Maar wat is dan het nieuwe houvast? Het nieuwe houvast is misschien dat we alles bij het loslaten toch graag onder controle willen houden. Geen lange lijdensweg, geen doodsstrijd, geen ellende voor de naasten. De tijd van sterven en de manier waarop, worden in overleg met de arts bepaald. En dan is het zover. Er komt eerst een verpleegkundige en daarna komt de dokter zelf. Voor degene die uit het leven wil stappen, is het een bewuste keus. Maar de naasten staan net zo machteloos toe te kijken als bij een ander sterfbed. Ik respecteer de mensen die voor euthanasie kiezen, maar als ik me afvraag of ik het zelf ook zou willen, dan is mijn antwoord: nee. Niet die spuit of dat drankje op het laatste moment. Misschien dus wel die lijdensweg, die doodsstrijd. En de hoop dat ik mijn leven uit handen kan geven, dat ik kan loslaten en me kan concentreren op mijn oude houvast: God.