Riet Potter wordt als oudste van drie kinderen geboren op 26 maart 1937 aan de Beukenlaan in Heerhugowaard. Enkele jaren later krijgt ze een broertje, Freek, en als ze 11 jaar is wordt haar zusje Gre geboren. Ze groeit op aan de Jan Glijnisweg in Heerhugowaard, waar haar vader een tuinderij had. Als kind hielp ze al mee op de bouw. Nadat haar zusje geboren was, werd ze van school gehaald om haar moeder te helpen. Hoewel ze goed kon leren, kan haar droom om verpleegster te worden daardoor niet uitkomen.
Riet kreeg verkering met Niek Blank. Hij had een fiets en ze hebben, met Riet achterop de
bagagedrager, tochtjes gemaakt. Ook zijn ze zo naar kermissen en cafés gegaan. Op 9 mei 1958 trouwden Niek en Riet. Ze gingen wonen in een oude boerderij aan de Dorpsweg in Hensbroek. Daar werden relatief snel achter elkaar vijf dochters geboren: Lisette, Joke, Irma, Margo en Gerda. De hectiek die dit alles met zich mee bracht heeft een zware wissel getrokken op het leven van Riet. Ze had weinig energie, maar dat verhinderde haar niet om het in huis gezellig te maken. Zodra de natuur het toeliet stond er wel een vaas op tafel met bloemen uit eigen tuin.
Nadat de dochters waren uitgevlogen, werden de oude koeienstal en de deel gesloopt. De boerderij werd verkocht en ernaast lieten Niek en Riet een huis bouwen. Daar hebben ze prettig gewoond totdat ze in 2009 verhuisden naar de Veilinghof in Obdam. In die tijd gingen Niek en Riet jaarlijks samen op vakantie met een georganiseerde busreis. Riet hield van natuur en cultuur. Zowel de fjorden in Noorwegen als het Alhambra in Spanje konden haar bekoren. Ook zijn ze een keer naar Nieuw Zeeland naar de zus en broer van Niek gevlogen.
Toen er kleinkinderen kwamen paste Riet regelmatig op. Ze vond het jammer dat ze, toen de kleinkinderen groter werden en ze hun eigen leven opbouwden, hen minder zag.
In oktober werd Riet ziek met als gevolg een delier. Daarna is ze eigenlijk niet meer de oude geworden. Met Kerst heeft ze nog genoten van alle visite die bij haar langs kwam. Begin januari is ze gevallen waarna het voor haar niet meer veilig was om in haar eigen huisje te blijven. Ze verhuisde naar de Oude Trambaan in Alkmaar. Daar was ze op haar plek. Haar gezondheid bleef echter achteruit gaan. Op 16 februari is ze in de armen van haar dochters overleden. Een paar dagen later, op Aswoensdag, hebben we afscheid van haar genomen in de Sint Victorkerk, waarna zij in Heerhugowaard is gecremeerd. Moge zij rusten in vrede.
Pastor Bert Glorie