Nederland staat in de halve finale. Wie had dat gedacht? Waardoor zouden ze zover gekomen zijn? Er zitten toch maar weinig echte wereldtoppers in de selectie. Wel zijn er minstens tien spelers die regelmatig in de Bijbel lezen, bidden, een kaarsje opsteken of op een andere manier uiting geven aan hun geloof. Zou dat de reden zijn? In elk geval vind ik het heel bijzonder dat deze jonge mensen ervoor uitkomen dat ze gelovig zijn. Veertig jaar geleden was het ondenkbaar dat spelers van het Nederlands elftal met hun geloof te koop zouden lopen. Geloof werd door de meeste jongeren van toen gezien als iets achterhaalds, iets van vroeger. Zelf hoor ik ook tot die generatie. Naar de kerk ging ik wel en ik was ook lid van het jongerenkoor, maar in het openbaar bidden, dat deed ik liever niet. Ook toen ik hier pas was, dacht ik nog vaak: zal ik dat wel doen? Zullen de mensen dat niet overdreven vinden? Mijn priesterwijding heeft daar wel wat verandering in gebracht. Een vergadering openen met gebed, met iemand bidden bij wie ik op huisbezoek ben… Ik doe het nu met minder schroom, maar ben er nog steeds terughoudend in. Waarom eigenlijk? Waarom zou je je schamen voor je geloof? Of waarom zou je het voor jezelf willen houden? Geloof in God is iets wat je met andere mensen kunt delen. Eigenlijk moet je geloof wel met anderen delen, want het is iets om samen te beleven. Het is ook niet vrijblijvend. Geloof doet een beroep op je. Het vraagt tijd en aandacht, om te bidden, of om iets te gaan doen… Jongeren van nu begrijpen dat. In deze tijd is geloof namelijk veel meer dan veertig jaar geleden een persoonlijke keuze. Als je er nu voor kiest je aan te sluiten bij een geloofsgemeenschap, dan heeft dat consequenties. Dan ga je naar de kerk, dan bid je, dan ben je lid van een Bijbelkring… Dan doe je in elk geval mee met dat soort activiteiten. Jongeren die niet gelovig zijn, hebben daar vaak groot respect voor. Wat dat betreft is er veel veranderd in de afgelopen veertig jaar.
Als een jongere belangstelling heeft voor het geloof, dan zou je hem of haar het liefst in contact willen brengen met andere jongeren die gelovig zijn, maar die zijn er nauwelijks in onze parochie. In elk geval is er geen jongerenclub. Jongeren die iets met het geloof willen, zullen dus noodgedwongen verder kijken. Gelukkig zijn er wel de sociale media, waardoor ze met gelijkgestemde jongeren in contact kunnen komen. En er worden op verschillende plaatsen in het land evenementen georganiseerd waarbij ze elkaar kunnen ontmoeten. Ik verwijs jongeren graag door naar de jonge priesters in onze regio, maar misschien heb ik ze wel meer te bieden dan ik zelf weet. En dat geldt misschien ook voor u als parochiaan. We hoeven ons niet te schamen voor ons geloof. We mogen er gerust voor uitkomen dat we gelovig zijn. Van de meeste jongeren mogen we daarvoor veel respect verwachten. En wellicht zijn er jongeren die hierin een aanleiding zien om zich aan te sluiten bij de geloofsgemeenschap van onze Sint Victorkerk.